Belastingaangifte: 5 punten om op te letten
In het kort:
- Elk jaar veranderen de belastingregels en -tarieven
- De Belastingdienst vult niet altijd alle gunstige veranderingen automatisch voor u in
- Controleer daarom goed de vooraf ingevulde gegevens
Vanaf 1 maart 2024 is het weer tijd voor uw belastingaangifte. Gelukkig is dit nu eenvoudiger omdat de Belastingdienst uw gegevens al invult. En, als u samen met uw partner aangifte doet is het ook makkelijker geworden om uw bezittingen optimaal te verdelen. Toch is het verstandig om uw aangifte goed te controleren. We geven u 5 tips.
1. Bepaal bij wie u uw woning opgeeft
Als u samen met uw partner aangifte doet en een eigen huis heeft, denk dan na over wie het huis opgeeft. Eerder was het gunstig om het huis op te geven bij de partner met het hoogste inkomen maar vanaf 2023 is de hypotheekrenteaftrek maximaal 36,93%. Maar het eigenwoningforfait wordt belast volgens het tarief van de partner die het huis opgeeft. Dus, als uw partner een lager belastingtarief heeft, kan het verstandiger zijn om het huis op zijn of haar naam op te geven.
2. Aftrekposten: minstverdienende partner
Ook bepaalde medische kosten en partneralimentatie kunt u aftrekken van uw belastingen, tot maximaal 36,93%. Het kan ook hier voordelig zijn om deze aftrek toe te rekenen aan de partner die het minste verdient. Dit kan namelijk leiden tot een hogere algemene heffingskorting, wat betekent dat u minder belasting betaalt.
3. Sommige bezittingen minder belast
U betaalt belasting over uw bezittingen (box 3) als die uitkomen boven €57.000 (of €114.000 voor partners). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen banktegoeden, overige bezittingen en schulden, elk met een eigen eigen forfaitair rendement. Vanaf 2023 geldt voor uw aandeel in een Vereniging van Eigenaren en geld op een geblokkeerde derdenrekening (zoals bij een notaris) een lager forfaitair rendement.
4. Let op bij lening aan partner of aan minderjarige kinderen
Ook de belastingregels voor partners en minderjarige kinderen zijn veranderd. Onderlinge leningen en schulden tussen partners hoeven niet meer te worden meegenomen in de belastingaangifte. Dat geldt ook voor leningen van ouders aan hun minderjarige kinderen. Bij het invullen van uw aangifte hoeft u deze leningen, schulden en vorderingen dus niet meer op te geven.
5. Uitstel aanvragen? Pas op voor belastingrente
Wilt u uw aangifte pas na 1 mei 2024 indienen? Dat kan, maar houdt u er dan wel rekening mee dat de Belastingdienst 7,5% rente in rekening brengt over de eventueel te betalen belasting. Wilt of kunt u uw definitieve aangifte niet voor 1 mei doen, vraag dan wel een voorlopige aanslag aan voor 1 mei. Zo voorkomt u zoveel mogelijk belastingrente.
Hebt u vragen over de juiste invulling van uw aangifte inkomstenbelasting neem dan contact op met uw financieel adviseur.
Geschreven naar de stand van zaken op 8 februari 2024.
Gerelateerde onderwerpen
