In april zorgde tegenvallend inflatienieuws voor hogere rentes op staatsobligaties. Ook werden de verwachtingen voor renteverlagingen in Europa en de VS getemperd. In mei en juni bracht minder goed economisch nieuws wat verlichting voor de zorgen over inflatie. Dit hielp de rentes stabiel te blijven. De ECB durfde zelfs de korte rente voor het eerst te verlagen, maar de Amerikaanse Federal Reserve lijkt nog niet zo ver. De bedrijfsresultaten over het eerste kwartaal vielen goed. Toch lijkt het erop dat Amerikaanse consumenten in het lagere segment bezuinigen. Op de aandelenmarkten ging de stijging door, met de technologiesector aan kop. Kunstmatige intelligentie is nog steeds een hot topic en bedrijven die hierbij betrokken zijn, stegen flink in waarde. Dit betekende dat de Amerikaanse beurs, waar de meeste van deze tech-bedrijven staan genoteerd, relatief goed presteerde.

Het afgelopen kwartaal was er veel politiek nieuws dat invloed had op de financiële markten. De verkiezingsresultaten in Zuid-Afrika en India zorgden voor enige nervositeit en beweeglijkheid op de markt, omdat de regeringspartijen in beide landen minder stemmen kregen dan verwacht. Gelukkig werd er snel een stabiele coalitie gevormd, wat positief uitpakte voor de beurs en de onzekerheid wegnam. In Frankrijk was er een verrassing: President Macron kondigde parlementsverkiezingen aan na een verlies van zijn partij bij de Europese verkiezingen. De verschuivingen in het politieke landschap in Europa resulteerden in hogere risicovergoeding(rente) op met name Franse staatsobligaties. Schuldquotes van Frankrijk liggen bijzonder hoog en met zo’n 110% ver boven de aloude Maastricht-norm van 60% van het BBP. Gezien de matige groei én de intentie van zowel de linkse als de rechtse politieke vleugel om meer te besteden, leidde dit tot zorgen omtrent fiscale stabiliteit. De Europese Commissie heeft al enkele landen, waaronder Frankrijk, op het matje geroepen vanwege het overschrijden van afgesproken begrotingsnormen. Dit leidde tot een daling op de Europese aandelenmarkten omdat de verwachte kasstromen van bedrijven verdisconteerd moeten worden tegen een hoger rentepercentage.

In mei leek het er even op dat de afwaardering van de yen in Japan tot stilstand was gekomen na interventieaankopen. Echter, in juni begon de yen opnieuw te dalen omdat de Bank of Japan terughoudend bleef met het verhogen van de rente. Ondanks dit, steeg de lange rente aanzienlijk, waarbij de 10-jaars rente boven de 1% uitkwam en de 30-jaars rente zelfs boven de 2%. Japanse aandelen vertoonden zijwaartse bewegingen. In China zijn verschillende maatregelen aangekondigd om de huizenmarkt te stabiliseren, waardoor de beoogde 5% economische groei weer haalbaar lijkt. Toch zijn er twijfels over de kwaliteit van deze groei en of er geen misallocatie van kapitaal plaatsvindt. De binnenlandse beurs bleef zwak, terwijl de beurs van Hongkong een aardig herstel liet zien. In opkomende markten stegen de aandelenkoersen met ongeveer 5%, ondanks aanzienlijke verliezen in Brazilië, Mexico en Indonesië waar de hoge Amerikaanse rente de stemming bedierf. Ook in opkomende markten wordt het AI-thema steeds belangrijker. Het gewicht van technologieaandelen in deze landen is inmiddels gestegen tot 25%. Vooral de beurs van Taiwan, waar meer dan de helft van de beurs uit technologiebedrijven bestaat, profiteerde hiervan.

Overzicht kwartaalupdate